Wielen
Een trekker is een voertuig dat speciaal is ontwikkeld voor gebruik in de landbouw. Over het algemeen zijn de achterwielen groter dan de voorwielen (niet bij alle trekkers). Hierdoor kan een trekker zich beter voortbewegen over het veld. Door gebruik te maken van dubbellucht (twee paar achterwielen) kan de wieldruk verminderd worden. Hierdoor krijgt de trekker meer grip en zakt hij minder snel in de grond. Tegenwoordig wordt meer gebruikgemaakt van extra brede banden, tot zelfs een meter breed.
Aankoppeling
Achter een trekker kan een wagen of landbouwwerktuig worden gekoppeld. Men bevestigt de wagen ook iets naast de trekker, zodat er minder risico is op verdichting van de bodem. Bevindt de koppeling zich hoger, dan bestaat het gevaar dat de trekker achteroverslaat wanneer de wagen blijft vastzitten, bijvoorbeeld achter een boomwortel. Veel boeren nemen echter het risico en kiezen een hogere koppeling, omdat er dan krachtiger getrokken kan worden.
Versnellingsbak
Veel trekkers hebben meer versnellingen dan een auto. Dit is nodig om zo veel mogelijk kracht te kunnen produceren en toch met een op het werktuig aangepaste snelheid te kunnen rijden. Een trekker kan van zo'n 50 kilometer per uur tot maximaal zo'n 60 kilometer per uur rijden.
Smalspoortrekker
Een smalspoortrekker is een klein soort trekker die speciaal ontwikkeld is voor de fruitteelt of druiventeelt en niet is ontworpen als landbouwtrekker.
De smalspoortrekker heeft een smallere spoorbreedte (de maximale asbreedte bedraagt 1250 millimeter) waardoor hij geschikt is om tussen de smalle rijen van laagstamboomgaarden of wijngaarden te rijden. Indien een gewone trekker gebruikt zou worden, zouden de bomenrijen verder van elkaar aangeplant moeten worden, wat een opbrengstvermindering tot gevolg heeft.
Binnen de smalspoortrekkers zijn er verschillende soorten. In de druiventeelt worden soms trekkers op rupsbanden om verdichting van de grond tegen te gaan.
De smalspoortrekkers hebben een lager vermogen dan trekkers in de akkerbouw, het varieert tussen de 0 en de 90 pk. bij de trekkers uit de jaren 50-60 is er bijna geen verschil tussen smalspoortrekkers en akkerbouwtrekkers. Dit kwam doordat de trekkers in het algemeen kleiner waren dan nu.
De trekker en het paard
Vroeger werkten de boeren met paarden op het land. Vaak trokken die paarden een machine bijvoorbeeld een ploeg. Wanneer het werk heel zwaar was stonden er wel vier of meer paarden tegelijk voor een machine. Na de tweede wereldoorlog namen de trekkers steeds vaker de plaats in van paarden.
Nu zie je nog maar zelden een paard op het land werken een trekker doet het werk veel sneller een ander voordeel van de trekker is dat hij allerlei machines kan aandrijven de machine wordt dan achter de trekker gekoppeld. De motor van de trekker laat bepaalde delen van die machine bewegen.
Bij een kunstmeststrooier worden bij voorbeeld een bewegende pijp de korrels weg geslingerd; in de grasmaaier laat de trekker de messen snel ronddraaien waardoor het gras in de wei wordt afgemaaid; bij de machine die aardappelen rooit, rollen de knollen over draaiende banden die door de trekker in beweging worden gebracht.
Al snel merkten de boeren dat een trekker, net als een werkpaard, goed moet worden verzorgd. Een paard moet je goed voeren en de trekker moet dieselolie en smeerolie binnen krijgen.
Trekkers van tegenwoordig
De trekkers van tegenwoordig hebben een veel luxere uitvoering dan vroeger. Vroeger had de trekker nog geen hydrauliek dus het sturen ging veel zwaarder.
Ze waren zwaarder om te bedienen. Het ging allemaal met trekhendels. Alleen de aftakas hielp hen mee. Heel vroeger hielp een soort rubberen band de boer om machines aan te drijven. Die rubberen band draaide om een wiel dat aan de trekker zat. Die band zat aan de trekker en aan de machine vastgemaakt. De machines van tegenwoordig zijn erg groot en erg duur. Veel boeren schaffen daarom niet alle machines zelf aan, maar huren een loonwerker in. Die komt voor geld het werk doen voor de boer. Vaak heeft een loonwerker zelf ook een boerderij. Vooral akkerbouwers en veehouders maken gebruik van de loonwerker. Loonwerkers hebben allerlei soorten machines, werktuigen en trekkers. De trekkers van een loonwerker zijn vaak erg zwaar omdat ze grote machines moeten trekken en in werking moeten brengen bijvoorbeeld sloten schoonmaker, zaaimachines.
Maak jouw eigen website met JouwWeb